Artikel 17, lid 2, van de Wet WOZ brengt mee dat voor de bepaling van de WOZ-waarde niet kan worden aangesloten bij verkoopprijzen van transacties waarbij de prijsvorming is beïnvloed door bestaande huurcontracten. Zou dat wel gebeuren dan zouden immers de WOZ-waarden van overigens identieke beleggingspanden van elkaar verschillen, enkel omdat de inhoud van de lopende huurcontracten onderling verschilt of omdat het ene pand wel verhuurd is en het andere leeg staat. Dat is in strijd met de objectivering die met de ficties van artikel 17, lid 2, van de Wet WOZ is beoogd.
HR 25-04/14 inzake X B.V.(HR:2014:982).
Noot: “goed” verhuurd bedrijfsmatig vastgoed heeft normaliter een hogere waarde dan leegstand. Vanwege de fictie van WOZ oordeelt HR dat moet worden uitgegaan van aanvaarding vrij van huur. Het Hof had in deze zaak wel de (gunstig) verhuurde staat meegewogen.