Gelet op het vorenstaande kan niet staande worden gehouden dat [appellant] de nog bestaande gebruiksmogelijkheid van het pand voor horeca in de periode vanaf de bekendmaking van het Koninklijk Besluit van 4 september 1989 tot 31 augustus 1993 buiten zijn toedoen niet tijdig heeft kunnen veiligstellen. Dat hij bij brief van 21 september 1992 mededeling heeft gedaan van het voornemen om horeca in het pand te vestigen, leidt niet tot een ander oordeel, omdat die mededeling op zichzelf niet voldoende was om de gebruiksmogelijkheid te benutten. ABRS 20-03/13 inzake Amsterdam (LJN: BZ4948).