Deze weg is volgens de bijbehorende legenda, zoals ook het college heeft beaamd, voor lintbebouwing bedoeld. Dat in de gebiedsvisie is vermeld dat een verdere verdichting in de linten wordt tegengegaan, biedt op zichzelf geen grond voor het oordeel dat [belanghebbende] de oprichting van de woning van [derde-belanghebbende] op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] redelijkerwijs niet heeft kunnen verwachten. Behalve dat in de gebiedsvisie is toegelicht dat daarmee wordt beoogd te voorkomen dat de ruimtelijke kwaliteit en de afwisseling tussen bebouwde en onbebouwde delen van de linten verloren gaat, is immers niet nader gespecificeerd wat de gemeente onder het tegengaan van een verdere verdichting in de linten verstaat. Mede de ligging en de omvang van het naastgelegen perceel in aanmerking genomen, diende [belanghebbende] ten tijde van de aankoop van zijn percelen aan de [locatie 1] dan ook rekening te houden met de kans dat de planologische situatie op dat perceel in voor hem ongunstige zin zou kunnen veranderen. De schade, zoals ontstaan door het vrijstellingsbesluit voor bouw nieuwe woning, moet dus voor rekening van [belanghebbende] worden gelaten.
ABRS 04-06/14 inzake Aalsmeer (RVS:2014:1995).
Noot: een hele puzzel om uit te zoeken welke planologische ontwikkelingen er in de omgeving kunnen komen, voorafgaande aan aankoop van een woning.