Dat het college bij besluit van 11 oktober 1999 bouwvergunning voor het oprichten van een woning en een praktijkruimte op het perceel heeft verleend, laat onverlet dat [appellant], ook na de terinzagelegging van het voorontwerp van het nieuwe bestemmingplan, geen actie heeft ondernomen om van die vergunning gebruik te maken en het bouwplan te realiseren. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij daartoe als gevolg van hem niet toe te rekenen omstandigheden niet in staat is geweest.
ABRS 25-06/14 inzake Brummen (RVS:2014:2287).