Voordeelsverrekening “ruwe bouwgrond”

College: planologische voordeel dat [appellant] geniet als gevolg van de wijziging van de agrarische bestemming van het binnen het plangebied gelegen perceel A naar een woonbestemming is gewaardeerd op € 372.278,00 en het planologische nadeel dat [appellant] ondervindt betrekking hebbend op het buiten het plangebied gelegen perceel B, waarop zijn woning is gelegen, door beperking van het uitzicht en de vermindering van de situeringswaarde in verband met de wijziging van de ligging in een semi-agrarische woonomgeving naar een ligging midden in een woonwijk, is gewaardeerd op € 100.500,00. Om die reden is geadviseerd het verzoek van [appellant] om tegemoetkoming in planschade af te wijzen.

ABRS 13-08/14 inzake gemeente Maasdonk (RVS:2014:3022):

Dat voor- en nadelen die een planologische wijziging met zich brengt voor het vaststellen van de te vergoeden planschade met elkaar mogen worden verrekend, volgt, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 14 maart 2012 in zaak nr. 201106988/1/A2), uit artikel 6.1.3.4, tweede lid, van het Bro.

Noot: ABRS 19-07/06 inzake Enschede (AY4221): niet in geschil is dat verzoeker een schade heeft geleden van EUR 45.400. De gemeenteraad van Enschede meent dat vergoeding van deze schade anderszins is verzekerd in de vorm van een overeengekomen grondruil met een door de gemeente betaalde “overwaarde” voor de ruwe bouwgrond benodigd voor de vestiging van bierbrouwerij Grolsch. ABRS: voor de vraag of schade anderszins vergoed is mag rekening gehouden worden met alle relevante feiten en omstandigheden; in casu is het oordeel dat op grond van objectieve gegevens het oordeel gerechtvaardigd dat op een andere wijze in de vergoeding van planschade is voorzien.