Op basis van die vergelijkingstransacties concludeert de commissie tot een waarde voor de [perceel 4] van € 200.000 uitgaande van een woonbestemming. Omdat op het perceel geen woonbestemming rustte maar slechts een dienstwoning was toegestaan heeft de commissie deze waarde gecorrigeerd met een factor van 0,7. De kring van gegadigden is kleiner is voor een dienstwoning omdat er een band met het bedrijf moet zijn, zodat de correctie noodzakelijk is, aldus de commissie.
De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor twijfel aan deze conclusie zodat verweerder daar in redelijkheid zijn besluit op heeft kunnen baseren. De stelling van eiseres dat de waarde van een dienstwoning juist hoger is omdat er weinig aanbod van dienstwoningen is terwijl de vraag hoog is, is niet onderbouwd.
Rechtbank Gelderland 16-07/15 inzake Doetinchem (ECLI:NL:RBGEL:2015:4617).
Noot: dat een bedrijfswoning een lagere waarde kent dan een burgerwoning is de gebruikelijke aanpak; voordeelsverrekening bij wijziging van bedrijfswoning naar burgerwoning: ABRS 04-02/09 inzake Nederweert (LJN: BH1893).