Om geuren te kunnen waarnemen, moet een toezichthouder over voldoende reukvermogen te beschikken. Dat het reukvermogen van de toezichthouders periodiek wordt getest, is derhalve niet zonder belang. Zoals de StAB heeft opgemerkt, kan met een Olfacto-certificaat worden aangetoond dat het reukvermogen van een toezichthouder op een bepaald moment voldoende is.
Dat de betrokken toezichthouders in dit geval ten tijde van hun waarnemingen beschikten over certificaten die meer dan twee jaar geleden waren verstrekt, dan wel nog niet beschikten over een certificaat, betekent echter niet dat hun reukvermogen onvoldoende was.
ABRS 06-05/15 inzake GS Zuid-Holland (ECLI:NL:RVS:2015:1412).
Noot: zou een soortgelijke redenering van gecertificeerde taxateurs kunnen gelden?