Projectontwikkelaar maakt als (derde) belanghebbende bezwaar tegen het feit dat een te geringe korting toegepast zou zijn. ABRS oordeelt dat dit betoog van de ontwikkelaar faalt:
SAOZ zet uiteen dat de op grond van artikel 6.2, eerste lid, van de Wro te hanteren korting op het schadebedrag wegens het normale maatschappelijke risico naar redelijkheid en billijkheid op minder dan 25% gesteld zou moeten worden. De exacte hoogte van die korting kan echter in het midden worden gelaten, aldus de SAOZ, nu de aftrek van 2% van de waarde van de getroffen onroerende zaak die op grond van artikel 6.2, tweede lid, aanhef en onder b, van die wet in ieder geval als normaal maatschappelijk risico op de uit te keren tegemoetkoming in mindering dient te worden gebracht, groter is dan een korting van 25% op het schadebedrag. Daarmee is volgens de SAOZ genoegzaam aangetoond dat de geadviseerde tegemoetkoming in de planschade met inachtneming van het normaal maatschappelijk risico niet op een te hoog bedrag is vastgesteld.
ABRS 17-09/14 inzake Tytsjerstradiel (RVS:2014:3413).
Noot: zie TBR 2013 blad 540 artikel Van Erk en Van der Lee: korting of drempel?