De kritiek van belanghebbende is daarnaast gericht op de vastgestelde grondwaarde en met name op de daarbij gehanteerde grondstaffel. Belanghebbende stelt dat die grondstaffel niet gefundeerd is in empirische gegevens en, meer in het bijzonder, dat ongecorrigeerde toepassing van deze grondstaffel leidt tot onrealistische overschatting van de waarde van percelen in (de onderhavige buurt van) [P] die een grotere oppervlakte hebben dan het ‘standaardperceel’ van 260 m2 waarvan volgens belanghebbende zou moeten worden uitgegaan.
Naar ’s Hofs oordeel is de heffingsambtenaar niet erin geslaagd om tegenover de gemotiveerde betwisting door belanghebbende aannemelijk te maken dat de grondstaffel een juiste waarderingsmaatstaf oplevert voor percelen in de buurt waarin de woning is gelegen. De heffingsambtenaar heeft niet aan de hand van relevante transacties duidelijk kunnen maken hoe de wet van het afnemend grensnut uitwerkt op de waarden van percelen met onderscheiden oppervlaktematen in de onderhavige buurt. De vergelijkingsobjecten hebben alle aanzienlijk minder grond dan de woning van belanghebbende. Er bestaat naar ’s Hofs oordeel gegronde twijfel of onverkorte toepassing van de grondstaffel op het perceel van belanghebbende tot een juiste benadering van de grondwaarde leidt. Het Hof neemt daarbij in aanmerking dat de grondstaffel tussen 400 m2 en 1000 m2 rekent met € 475 per m3 en pas boven de 1000 m2 aftopt tot € 100 per m2..
Gerechtshof Amsterdam 06-02/14 inzake Heemstede (GHAMS:2014:266)
Noot: de staffelmethode werd wel in stand gehouden in planschade zaak ABRS 05-10/11 inzake Wassenaar (LJN: BT6664). De staffelmethode werd afgewezen door de Rechtbank Arnhem 04-01/11 inzake Beuningen (LJN: BO9914): “deze methode is niet zonder nadere motivering in planschadebeoordeling (schadevergoeding anderszins) bruikbaar.”
Het komt aan op de onderbouwing.