Procedureverordening voorziet in de mogelijkheid dat het college een tweede adviseur kan aanwijzen, indien gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid. Uit deze bepaling volgt dat de extra deskundigheid specifiek betrekking heeft op de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Het college heeft Verhagen niet ingeschakeld wegens behoefte aan extra deskundigheid op het gebied van taxeren. Het college heeft in het besluit van 11 februari 2013 toegelicht dat het twijfels heeft over het advies van de SAOZ, in het bijzonder op het punt van de beoordeling van de risicoaanvaarding, en om die reden een tweede advies over het verzoek heeft gevraagd aan Verhagen. Deze gang van zaken is niet in strijd met procedureverordening.
ABRS 01-04/15 inzake Hardinxveld-Giesendam (ECLI:NL:RVS:2015:1005).