In de aanvraag is reeds verzocht om vergoeding van waardevermindering van het achterste deel van het pand als gevolg van het nieuwe planologische regime, los van het feitelijke bedrijfsmatige gebruik ervan op de peildatum. De besliscommissie had dit verzoek en de daarin gestelde waardevermindering moeten betrekken in haar besluitvorming. [appellant] heeft terecht betoogd dat de besliscommissie het verzoek niet heeft afkunnen wijzen op de grond dat het bedrijfsmatig gebruik van een deel van het pand in strijd was met het toen ter plaatse vigerende bestemmingsplan Assendelft-Zuid en dat planschade als gevolg van beperkingen ten aanzien van de mogelijkheid voor bedrijfsmatig gebruik zich niet voor heeft gedaan. Dat het pand feitelijk ten dele voor bedrijfsmatige doeleinden werd gebruikt, betekent niet dat [appellant] door het bestemmingsplan Schiphol-West e.o. reeds daarom geen planschade heeft geleden. De maximale planologische mogelijkheden van het perceel en niet de feitelijke situatie zijn in dit verband bepalend.
ABRS 19-11/14 inzake Schadeschap Luchthaven Schiphol (RVS:2014:4192)