6. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de bouw van een bedrijfsgebouw met een zogenoemde puntmuts onder het bestemmingsplan Buitengebied Zwolle mogelijk was.
6.1. De rechtbank is terecht tot deze overweging gekomen, omdat het onder het bestemmingsplan Buitengebied Zwolle feitelijk en juridisch niet onmogelijk was om op de gronden achter het perceel van [appellant] een bedrijfsgebouw met een maximale goothoogte van 3,5 meter en een maximale nokhoogte van 15 meter te realiseren. Dit aspect heeft de commissie terecht bij de planvergelijking betrokken.
ABRS 04-11/15 inzake Zwolle (ECLI:NL:RVS:2015:3383).