Onrechtmatig verzuim gemeente om perceel woonbestemming te geven

Systematiek begroting schade.

De gemiste kans: 80% volgens Hof

Grief I, die het hof eerst zal behandelen, heeft betrekking op de omvang van de gemiste kans. De rechtbank heeft deze op 60% geschat. [appellant] brengt hiertegen in dat er geen enkele reden is om te veronderstellen dat het bestemmingsplan, als de gemeente daarin conform haar toezegging het perceel van [appellant] een woonbestemming had gegeven, niet door Gedeputeerde Staten zou zijn goedgekeurd of dat die goedkeuring in beroep zou zijn vernietigd.

Hof oordeelt opnieuw over peildatum schade vaststelling. Het hof oordeelt als volgt. De peildatum zal in het algemeen de datum zijn waarop de schade geacht moet worden te zijn geleden. De verbintenis tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad is zonder ingebrekestelling opeisbaar vanaf het moment dat de schade is geleden.

De rechter, die op grond van art. 6:97 BW de schade moet begroten op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is, heeft een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de uitgangspunten die hij bij de begroting van de schade hanteert. * Dit geldt ook bij het bepalen van de peildatum. De rechter is bovendien bevoegd de schade te schatten indien deze niet nauwkeurig kan worden vastgesteld.

Aanpak Hof:

Indien de woonbestemming zou zijn gerealiseerd zou dat zijn gebeurd in het in 1993 in werking getreden bestemmingsplan Landelijk Gebied en zou [appellant] zijn bouwplannen op 1 juli 1997 hebben gerealiseerd.6 Tegen deze achtergrond acht het hof het met de aard van de schade het meest in overeenstemming om 1 juli 1997 als peildatum te hanteren door per die datum (a) de marktwaarde van het perceel met woonbestemming en bebouwing verminderd met de ontwikkelingskosten die [appellant] had moeten maken (de hypothetische situatie) te vergelijken met (b) de waarde van het perceel zonder woonbestemming en bebouwing (de werkelijke situatie). Vanaf die peildatum is vervolgens de wettelijke rente verschuldigd.

Het voorgaande betekent dat de schade van [appellant] aan de hand van de volgende formule dient te worden berekend:

80% van [(A -/- B) -/- C]

waarin:

A is de marktwaarde van het perceel met woonbestemming en bebouwing per 1 juli 1997

B zijn de ontwikkelkosten die [appellant] zou hebben gemaakt om de bebouwing te realiseren (prijspeil 1 juli 1997)

C is de marktwaarde van het perceel per 1 juli 1997 zonder woonbestemming en bebouwing

Gerechtshof Den Haag 13-06/23 inzake Zoetermeer (ECLI:NL:GHDHA:2023:1815)

Noot: * HR 15 november 1998, NJ 1998, 314

De rechter kan de schade schattenderwijs vaststellen. Hierbij geldt hetzelfde als bij residuele waarde ruwe bouwgrond: het gat om en hoeveelheid van parameters, die elkaar over en weer beïnvloeden. Wel een goed navolgbare, systematische aanpak.