Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat de ontwikkeling die door het vrijstellingsbesluit mogelijk is gemaakt, voor eisers niet (deels) voorzienbaar was.
Vaststaat dat de in het bestemmingsplan opgenomen binnenplanse vrijstellingsmogelijkheid niet is verwezenlijkt. Aan een niet verwezenlijkte binnenplanse vrijstellingsmogelijkheid komt, gelet op (gewijzigde) vaste jurisprudentie van de Afdeling bij de planvergelijking geen betekenis toe (zie de uitspraak van 1 augustus 2012, ECLI:NL:RVS:2012: BX3316). Naar het oordeel van de rechtbank geldt dit evenzeer bij de beantwoording van de vraag of de planologische verslechtering voor eisers voorzienbaar was. Van belang daarbij is dat het al dan niet verlenen van een binnenplanse vrijstelling een discretionaire bevoegdheid betreft; verwezenlijking daarvan kan als een toekomstige onzekere gebeurtenis worden aangemerkt. Voor haar oordeel vindt de rechtbank steun in de vaste jurisprudentie van de Afdeling over in een bestemmingsplan opgenomen ongebruikte wijzigingsbevoegdheden (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 12 januari 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AS2150).
Rechtbank Noord-Holland 13-10/15 inzake Wormerland (ECLI:NL:RBNHO:2015:8667)
Noot: maar wat aangaande Normaal Maatschappelijk Risico bij zo’n binnenplanse vrijstellingsmogelijkheid?