De twee geschakelde woningen op de percelen naast [appellant] zijn onderdeel geworden van het bebouwingslint aan de Kennemerstraatweg. Een dergelijke inbreiding is een normale maatschappelijke ontwikkeling die in veel steden en dorpen in Nederland voorkomt.
Naast dat de gronden gelegen naast het perceel van [appellant] een typische inbreidingslocatie zijn en de gerealiseerde woningen het bebouwingslint completeren, had de gemeenteraad voor deze gronden in het bestemmingsplan Blockhovepark al een wijzigingsbevoegdheid voor het college naar ‘Woondoeleinden, vrijstaande of aaneengesloten woningen’ opgenomen, zodat [appellant] de planologische ontwikkeling op de naastgelegen percelen redelijkerwijs had kunnen verwachten. Het betoog van [appellant] dat de percelen onderdeel zijn van een landgoed dat als rijksmonument is aangewezen, betekent niet dat [appellant] deze ontwikkeling niet meer kon verwachten. Een aanwijzing als rijksmonument sluit immers op zichzelf niet uit dat er woningen gebouwd kunnen worden.
Daarnaast past de planologische ontwikkeling binnen het al langer gevoerde beleid van de gemeente Heiloo om vrije locaties binnen de bebouwde kom te bebouwen. De woningen passen voorts binnen de structuur van de lintbebouwing en ook zijn de gebruikelijke afstandseisen in acht genomen.
Ten slotte is de schade die Haute Equipe heeft vastgesteld niet zodanig groot dat zij reeds daarom buiten het normaal maatschappelijk risico valt. Het college heeft, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, de schade dan ook voor rekening van [appellant] kunnen laten.
ABRS 04-11/15 inzake Heiloo (ECLI:NL:RVS:2015:3384).