Rechtbank Oost-Brabant 12-08/13 inzake Veghel (RBOBR:2013:4413):
De rechtbank zoekt, bij gebrek aan eenduidige aanknopingspunten, aansluiting bij artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en concludeert dat onder een onroerende zaak moet worden verstaan een gebouwd eigendom of gedeelte daarvan dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Het gaat hier om een feitelijke vaststelling. Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, blijkt dat elk van de drie door planschade getroffen appartementen door hun indeling als zelfstandige en onafhankelijke eenheid kan worden gebruikt. Het gaat om appartementen met elk een eigen entree, die afzonderlijk worden bewoond. Daaraan doet niet af dat het appartementengebouw niet is gesplitst in appartementsrechten of in kadastrale rechten per appartement. De rechtbank concludeert dat elk appartement zowel voor de planschade als voor de berekening van het NMR als onroerende zaak moet worden gezien.
Noot: zou interessant zijn om de opvatting van de Raad van State te vernemen. Een andere uitleg dan de rechtbank gaf, is zeer wel denkbaar. B&W menen dat de 2% gerekend moet worden over de gehele onroerende zaak (het gehele appartementengebouw) en niet over de enkele getroffen appartementen, dit met onder meer een verwijzing naar ABRS van 21 november 2012 inzake Oost-Voorne Heeze-Leende (LJN :BY3737).