Nadeelcompenstaie: kapitalisatiefactor en voortgezet gebruik

Nadeelcompensatie verkeersbesluit: kapitalisatiefactor in combinatie voortgezet gebruik.

Deel omzetverlies veroorzaakt door toegenomen concurrentie; ex aequo et bono 25%.

Het is vaste rechtspraak dat voor de berekening van de inkomensschade van de eigenaar/gebruiker kapitalisatiefactor 10 wordt toegepast. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 30 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW6926, onder 2.27 en van 16 februari 2022, onder 22. Dit is tussen partijen niet in geschil.

In het onteigeningsrecht geldt een vaste peildatum voor de vaststelling van volledige schadeloosstelling wegens de gedwongen ontneming van eigendom. De peildatum is de dag waarop het vonnis van onteigening in de openbare registers wordt ingeschreven (art. 40a Onteigeningswet). Ook in het planschaderecht geldt om redenen die zijn ontleend aan de bijzondere wettelijke regeling van het planschaderecht in de Wet op de ruimtelijke ordening (hierna: Wro), een vaste peildatum voor de begroting van inkomensschade en voor het vaststellen van de waardevermindering van een onroerende zaak (vermogensschade). Dit is het moment van het in werking treden van het (onherroepelijk geworden) gestelde schadeveroorzakende planologische besluit. Zie de uitspraak van de Afdeling van 20 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2553, onder 19.2.

De bijzondere wettelijke regelingen zoals die gelden bij schadeloosstelling wegens onteigening en tegemoetkoming in planschade, zijn niet van toepassing op een besluit over toekenning van compensatie van nadeel dat is veroorzaakt door een verkeersbesluit. Er is geen goede grond om dan voor de keuze van de peildatum voor de begroting van schade in de vorm van inkomensderving aansluiting te zoeken bij deze wettelijke regelingen.

De omvang van deze schade moet worden begroot door het maken van een vergelijking tussen de (feitelijke) situatie waarin de aanvrager als gevolg van de schadeveroorzakende gebeurtenis is komen te verkeren en de (hypothetische) situatie waarin de aanvrager zou hebben verkeerd, indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet zou hebben voorgedaan. De peildatum voor de berekening van de inkomensderving is in dit geval dus 15 december 2017, het moment waarop het verkeersbesluit feitelijk is gerealiseerd door middel van de fysieke wegafsluiting (onderstreping door HS) en waarop de gestelde inkomensderving is ontstaan. Ter berekening van de geleden inkomensschade moet in dit geval de begrote (gemiddelde) jaarlijkse inkomensschade per die peildatum worden gekapitaliseerd met factor 10. Als sprake is van inkomsten bij voortgezet gebruik in de periode gelegen na het moment van het in werking treden van het schadeveroorzakende besluit en vóór de in aanmerking te nemen peildatum, leidt dat niet tot aanpassing van de toe te passen kapitalisatiefactor.

ABRS 13-12/23 inzake Geertruidenberg (ECLI:NL:RVS:2023:4608)

Noot: bijzonder dat de Afdeling afstand neemt van de aanpak in onteigeningen en planschade; bij onteigeningen is er dan de aanpak dat wel de factor 10 geldt bij voortgezet gebruik, maar dan contant gemaakt naar de peildatum. HR -04-1967 inzake Leiden/Het Motorhuis.

De Afdeling maakt verder een onderscheid tussen planschade en nadeelcompensatie. Bij planschade vindt wel een verrekening plaats tussen de inkomensschade en het genoten inkomen tussen peildatum en feitelijke realisatie, zie ABRS 20-09/17 inzake Recreatiepark Breebronne (ECLI:NL:RVS:2017:2553, r.o. 25) en ABRS 07-10/20 inzake Tankstation Loenen (ECLI:NL:RVS:2020:2382, r.o. 17.1). STAB verwijst in haar advies naar die laatste uitspraak. De Afdeling neemt daar schijnbaar voor wat betreft inkomensschade bij nadeelcompensatie afstand van, maar wijdt daar weinig tot geen woorden aan.