De enkele stelling van [appellant A] en [appellant B] dat een agrarisch bedrijf van de in het nadere advies beschreven omvang ten tijde van belang ongebruikelijk was, wat daarvan ook zij, biedt geen grond voor het oordeel dat een agrarisch bedrijf van die omvang met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk uitgesloten moet worden geacht.
ABRS 17-06/15 inzake Leidschendam-Voorburg (ECLI:NL:RVS:2015:1860).