Rechtbank gaat ervan uit, dat [gedaagde] vervangende grond zal aankopen ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering en dat, indien [gedaagde] die grond niet gedurende tien jaar bedrijfsmatig exploiteert, de invordering van niet geheven overdrachtsbelasting geen direct gevolg van de onteigening zal zijn.
Rb Noord-Holland 19-03/14, gepubliceerd 12-11/14 inzake BBL (RBNHO:2014:2545).