In beginsel heeft de vernietiging van de koopovereenkomst tot gevolg dat de rechtsverhouding tussen de partijen wordt hersteld in de staat waarin deze vóór het aangaan van de overeenkomst was. Indien partijen reeds uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst, komt de rechtsgrond voor de prestaties door de vernietiging te vervallen.
De prestaties zijn – achteraf bezien – onverschuldigd verricht en dienen ongedaan gemaakt te worden. Dit betekent dat de reeds betaalde koopsom voor de onroerende zaak als onverschuldigd betaald kan worden teruggevorderd. Voor de verkrijger van de reeds geleverde onroerende zaak houdt de ongedaanmakingsverplichting in dat hij de onroerende zaak in het bezit van de vervreemder doet terugkeren. De wet (artikel 3:53, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) verbindt aan de vernietiging terugwerkende kracht. Dit betekent dat een geldige titel voor de overdracht van meet af aan heeft ontbroken en dat de onroerende zaak het vermogen van de vervreemder nimmer heeft verlaten.
Dat [bedrijf / koper], na vernietiging van de overeenkomst, de percelen op 2 november 2009 heeft teruggeleverd, betekent dus dat [appellant] eigenaar van de percelen is gebleven en dat ook ten tijde van de peildatum was.
ABRS 23-01/13 inzake Berkelland (LJN: BY9207).