Claim: appellant stelt tevens door de ontsluitingsweg inkomensschade te lijden, omdat hij een muziekstudio in de kelder van zijn woning niet meer kan gebruiken als gevolg van ondervonden geluid- en trillinghinder van verkeer op de ontsluitingsweg. Gemeente honoreert dit niet, met stelling dat het in strijd met bestemmingsplan is, om kelder bedrijfsmatig te gebruiken.
Afdeling: Het standpunt van het college dat de muziekstudio van [appellant] in strijd met artikel 1, aanhef en onderdeel 18, van de voorschriften van het bestemmingsplan in de kelder van de woning was gevestigd kan niet worden gevolgd, reeds omdat die bepaling geen gebruiksverbod maar alleen een begripsomschrijving van kelderruimten bevat. Ingevolge artikel 10, tweede lid, van de voorschriften mag eenderde gedeelte van een woning met een maximum van 100 m2 voor de uitoefening van een beroep aan huis worden gebruikt, mits het karakter van een woning blijft behouden. [appellant] heeft onweersproken gesteld dat de kelder, met een oppervlakte van ongeveer 70 m2, niet meer dan eenderde gedeelte van de woning uitmaakt en dat het karakter van een woning is behouden.
Uit het voorgaande volgt dat het college zijn standpunt dat [appellant] als gevolg van de ontsluiting van de 45 woningen geen inkomensschade heeft geleden niet toereikend heeft gemotiveerd.
ABRS 15-01/14 inzake Zeist (RVS:2014:28).
Noot: de inkomensschade van art. 6.1 lid 1 Wro en art. 6.2 lid 2 onder a komt niet vaak voorbij; interessant om t.z.t. het vervolg te vernemen.