Gemeente dient schadevergoeding te betalen na een onrechtmatig besluit om een gevestigd voorkeursrecht (op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten) niet vervallen te verklaren. Door het gevestigde voorkeursrecht kon geen gevolg worden gegeven aan de wil om de gronden te verkopen, terwijl er een partij was die de gronden wilde kopen. Bij het vaststellen van de schade wordt rekening gehouden met de waardevermindering van de gronden tijdens het voortduren van het onrechtmatige voorkeursrecht. De leer van de formele rechtskracht en een cessie van de vordering uit onrechtmatige daad zorgen ervoor dat de vordering van drie van de vijf eisers wordt afgewezen; zij hebben zich immers juridisch gezien neergelegd bij het gevestigde voorkeursrecht door geen bestuursrechtelijke procedure aan te vangen jegens het gevestigde voorkeursrecht. Nu zij geen gebruik hebben gemaakt van de met voldoende waarborgen omkleden bestuursrechtelijke rechtsgang, kunnen zij zich ook thans in deze civielrechtelijke procedure niet op de onrechtmatigheid van het niet vervallen verklaren van dat voorkeursrecht beroepen.
Schade: koopsom (€ 25,00 m2) uit koopovereenkomst met BAM minus landbouwkundige waarde (€ 6,50 m2).
Rechtbank Midden Nederland 19-02/14 inzake Bunnik (RBMNE:2014:626).