ABRS: Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 19 juni 2013 in zaak nr. 201112870/1/A4), is voor het antwoord op de vraag of de belangen van een rechthebbende onteigening vorderen, de voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk benodigde grondoppervlakte in verhouding tot het totale grondoppervlak van de rechthebbende van belang. Voorts is van belang of zich bijzondere omstandigheden voordoen, zoals de omstandigheid dat de bruikbaarheid van de rest van een perceel vermindert als gevolg van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk op een gedeelte van dat perceel.
Uit voormelde uitspraak van de Afdeling volgt dat het totale grondoppervlak van [appellant] ter plaatse in ogenschouw moet worden genomen. Onteigening kan niet gevorderd worden.
ABRS 24-06/15 inzake waterschap Vallei en Veluwe; Cortenoever; (ECLI:NL:RVS:2015:1991).