Dijkversterking: onteigenen, gedoogplicht of zakelijk recht?

Projectplan: “Voor de gronden die blijvend nodig zijn voor de dijkversterking, maar vanuit het oogpunt van doelmatig beheer niet in (juridisch) eigendom bij het waterschap behoeven te zijn, wordt een beperkt (zakelijk) recht gevestigd. Hiervoor geldt dat het vestigen ervan langs de weg van minnelijk overleg tot stand moet komen. Als minnelijke overeenstemming tot vestiging van een beperkt recht niet tot de mogelijkheden behoort, dan wordt gebruik gemaakt van de gerechtelijke procedure tot onteigening. Het waterschap kan besluiten in plaats daarvan gebruik te maken van de gedoogplichtregeling ex artikel 5.24 Waterwet”.

ABRS 29-01/14 inzake GS Zuid Holland (RVS:2014:269): Gelet op het belang van een doelmatig beheer en op het ter zake vastgestelde beleid, heeft het algemeen bestuur in redelijkheid de vestiging van een zakelijk recht op die percelen in het projectplan kunnen opnemen. Wat betreft mogelijk te lijden schade wordt in het projectplan terecht verwezen naar de in artikel 7.14 van de Waterwet opgenomen schadevergoedingsregeling.

Noot: ABRS acht aanvaardbaar dat niet is gekozen het aanpassen van de keur of het totstandbrengen van een kwalitatieve verbintenis.