Op percelen grond rust het eeuwenoude recht van de XIIIe penning. Degene die een perceel (na koop) juridisch in eigendom verwerft, is de XIIIe penning (thans 11% van de koopprijs) aan de gerechtigden verschuldigd. Het recht vervalt met ingang van 1 januari 2015. In dit geval is grond waarop het recht rust in economische eigendom overgedragen (met vestiging erfpacht) en is overeengekomen dat juridische levering eerst in 2015 mogelijk zal zijn. Dit met de uitdrukkelijke bedoeling de verschuldigdheid van de XIIIe penning te vermijden. De vraag is of koper, ook al is de grond niet juridisch in eigendom overgedragen, toch de XIIIe penning aan gerechtigden verschuldigd is.
Hof: De dertiende penning is een beperkt zakelijk recht dat rust op de met het recht belaste onroerende zaak. Schuldenaar van de verplichting tot betaling van de dertiende penning is de koper/verkrijger. Een eigenaar dient met de onroerende zaak verbonden zakelijke lasten slechts te dulden vanaf het moment dat hij eigenaar is. Systematisch is dus slecht inpasbaar dat geïntimeerden nog voordat zij de eigendom van de grond hebben verworven, reeds schuldenaar zouden zijn van deze zakelijke last. In het systeem van het goederenrecht past het beter de zakelijke last te laten overgaan op de koper/verkrijger op het moment van wijziging in de goederenrechtelijke status van de onroerende zaak, te weten het moment van eigendomsovergang. Ook geen misbruik van bevoegdheid.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15-10/13 (GHARL:2013:8021).