Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (in onder meer haar uitspraak van 7 mei 2014 in zaak nr. 201301534/1/A1), nodig dat aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. Hoewel de raad in het besluit van 11 mei 2009 heeft beslist dat de planschade die [appellant] als gevolg van het bestemmingsplan “Kern Valkenburg, herziening 1997” heeft geleden voor vergoeding in aanmerking komt, heeft hij in dit besluit geen bedrag genoemd, zodat niet kan worden gezegd dat de raad aan [appellant] een concrete, ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan. [appellant] kan aan het besluit van 11 mei 2009 dan ook geen rechtens te honoreren verwachtingen ontlenen.
ABRS 18-06/14 inzake Valkenburg aan de Geul (RVS:2014:2207).