De Afdeling stelt vast dat het verschil tussen de grootte van de percelen van [appellant] zoals die in de basisregistratie kadaster geregistreerd staat en de berekening door de raad 160 m² bedraagt. Uitgaande van de in tabel E in het exploitatieplan opgenomen gemiddelde prijs per vierkante meter voor [appellant] van 215 euro resulteert dit in een verschil van 34.400 euro.
De raad heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat hij in dit geval bij de raming van de inbrengwaarde van de percelen van [appellant] mocht uitgaan van de kadastrale groottes die volgen uit de berekening die de raad heeft gemaakt, in plaats van de kadastrale groottes uit de basisregistratie kadaster. De raad heeft de inbrengwaarde wat betreft de percelen van [appellant] derhalve niet met de vereiste zorgvuldigheid geraamd.
Noot: Hoogstate heeft bemoeienis gehad met taxatie inbrengwaarde, maar heeft (uiteraard) niet geoordeeld over de in de opdracht genoemde oppervlakten.