Bepaling WEVAB: tijdstip

Tussen partijen is in geschil de hoogte van de landbouwvrijstelling als bedoeld in artikel 3.12. van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) in verbinding met artikel 8, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Meer specifiek is in geschil of voor de toepassing van de landbouwvrijstelling moet worden uitgegaan van de aan de grond toe te kennen waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) ten tijde van het aangaan van de overeenkomst op 7 september 2006 van € 82 per m² (standpunt Inspecteur), of ten tijde van het sluiten van de aanvullende overeenkomst op 5 juni 2007 van € 90,50 per m² (standpunt belanghebbende). Hof volgt standpunt Inspecteur.

Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:1615).

Noot: lagere WEVAB impliceert hogere boekwinst.