Op de peildatum was de woning als agrarische bedrijfswoning bestemd. Dat agrarische bedrijfsvoering op grond van provinciaal beleid niet meer mogelijk was, dat voorzienbaar was dat de woning vroeg of laat als burgerwoning zou worden bestemd, dat de woning bij een bij raadsbesluit van 9 juli 2009 vastgesteld bestemmingsplan die bestemming heeft verkregen en dat dit gegeven feitelijk van invloed op de waarde van de bedrijfswoning was, laat onverlet dat de nieuwe bestemming op de peildatum nog niet in werking was getreden en geen onderdeel was van het planologische regime op het eigen perceel. Bij de taxatie van de waarde van de woning heeft het college derhalve terecht als uitgangspunt genomen dat de woning op de peildatum als agrarische bedrijfswoning was bestemd.
ABRS 27-05/15 inzake Haaren (ECLI:NL:RVS:2015:1671).
Noot: Bedrijfswoning minder “gevoelig” voor waardevermindering. De waardegevoeligheid van een bedrijfswoning voor aspecten als uitzicht, geluid en privacy is minder groot dan bij een burgerwoning het geval is. Bij een burgerwoning staat het wonen en het genot daarvan voorop en bij een bedrijfswoning is het woongenot weliswaar niet onbelangrijk, maar ondergeschikt aan de bedrijfsfunctie waartoe het pand dient. ABRS 29-08/12 inzake Kolummerland en Nieuwkruisland (LJN: BX5973).