“Vervallen” seksinrichting geen planologische voordeel

Nieuwe bestemming is woningbouw en de oude was “Horecadoeleinden (H)” met de subbestemming “vermaakinrichtingen”, op grond waarvan ter plaatse parenclubs zijn toegestaan. De belanghebbende (die de planschadevergoeding moet uitbetalen), meent dat vervallen seksinrichting een verrekenbaar voordeel is.

ABRS 27-11/13 inzake Oisterwijk (RVS:2013:2107): Bij de beoordeling van een verzoek om planschadevergoeding dient te worden onderzocht of de verzoeker door wijziging van het planologische regime in een nadeliger positie is komen te verkeren, ten gevolge waarvan hij schade lijdt of zal lijden. Subjectieve elementen, zoals een negatieve gevoelswaarde bij een bestemming, spelen daarbij geen rol. Dit betekent dat, anders dan [appellante A] betoogt, negatieve gevoelswaarden bij een bestemming die is vervallen evenmin bij de planvergelijking mogen worden betrokken.

Noot: subjectieve gevoelswaarde niet toerekenen aan het nieuwe planologische regime was al vaste rechtspraak: ABRS 28-03/07 inzake Drimmelen BA1687: subjectieve elementen, zoals een negatieve gevoelswaarde bij een bestemming, spelen bij de taxatie geen rol; er is geen grond voor het oordeel dat een seksinrichting naar aard van de bebouwing (!) een nadelige planologische invloed heeft op de woonomgeving, dat vertaald dient te worden in een schadevergoeding ex art. 49 WRO.  BR 2007 blz. 520 met noot Co van Zundert.