Zoals de rechtbank heeft overwogen, zijn de in de VNG-brochure opgenomen richtlijnen van belang bij de totstandkoming van bestemmingsplannen en bij het nemen van besluiten waarbij aan het belang van de goede ruimtelijke ordening moet worden getoetst. Indien een bouwaanvraag past in het geldende bestemmingsplan, komt aan de VNG-brochure geen betekenis toe. In het uitbreidingsplan zijn geen voorschriften opgenomen die beperkingen stellen aan de afmetingen van bebouwing die op de gronden ten noorden van het perceel mochten worden opgericht. Hieruit volgt dat een bouwvergunning voor de in de bestemming passende, bebouwing verleend had kunnen worden, zonder toetsing aan de richtlijnen in de VNG-brochure. De door [appellant] genoemde richtlijnen daarom terecht niet bij de planvergelijking betrokken.
ABRS 22-10/14 inzake Leidschendam-Voorburg (RVS:2014:3791).