Grondwaarde: (beperkt) agrarisch contra natuurgebied.

Appellant heeft bij aanvraag van 7 april 2004 verzocht om vergoeding van planschade ten gevolge van het bestemmingsplan “Landelijk Gebied 1998” (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). Als gevolg van dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming ‘Natuurgebied’ gekregen, waar het onder het bestemmingsplan “Landelijk Gebied 1988” (hierna: het oude bestemmingsplan), voor zover hier van belang, de bestemming ‘Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden’ had.

In de aanvraag is vermeld dat de gebruiksmogelijkheden van het perceel door de bestemmingswijziging zijn verminderd, waardoor appellant planschade lijdt. Genoemd worden uitrijden van mest en beweiden van het perceel met jongvee en/of vleesvee met toepassing van wisselteelt ten dienste van de kwaliteit van het grasland.

ABRS 19-12/12 inzake Bergen NH (LJN: BY6711): Volgens de rechtbank heeft de raad onvoldoende onderkend dat het niet om slechts hobbymatige, pseudo-agrarische activiteiten gaat. Nu de raad tegen dit oordeel van de rechtbank geen hoger beroep heeft ingesteld waardoor dit in rechte is komen vast te staan, heeft de raad zich in deze procedure ten onrechte op het standpunt gesteld dat commerciële agrarische bedrijfsvoering onder het oude bestemmingsplan niet interessant zou zijn geweest. Appellant heeft met het overleggen van het deskundigenrapport aannemelijk gemaakt dat het als gevolg van de planologische verslechtering schade heeft geleden.

 

Noot: zie ook Gebruiksmogelijkheden landbouwgronden niet (verder) beperkt: geen planschade.

Rechtbank: Onder de oude bestemming ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden’ stond ook de bescherming (herstel en behoud) van de aanwezige natuurwaarden voorop. Intensieve akkerbouw en veeteelt en vestiging van nieuwe grondgebonden agrarische bedrijven behoorden niet tot de mogelijkheden. Onder de nieuwe bestemming is duurzaam agrarisch grondgebruik, het beweiden door Mergelland schapen en Galloway runderen, zoals toegestaan onder het oude plan, niet uitgesloten.

Daar komt bij dat de meest waardebepalende factor van het desbetreffende deel van het perceel niet is gelegen in de agrarische gebruiksmogelijkheden ervan, maar in de omstandigheid dat het onderdeel uitmaakt van een groter woonperceel.

ABRS 29-04/09 inzake Margraten (LJN: BI2663)