Tussenuitspraak ABRS: bedrag schade staat vast en daarop “kan een korting worden toegepast die in verhouding staat tot een periode van afsluiting wegens regulier onderhoud aan de brug waarmee Almere Distributie en Opslag als transportondernemer van tijd tot tijd rekening moet houden.”
Dit “vertaalt” de minister in 25% en dat is verder niet in discussie.
Daarnaast rekent de minister met een extra korting van 5% en die is volgens de Afdeling onvoldoende gemotiveerd:
ABRS: “Voor zover de minister voorts stelt dat een extra korting van 5% in de rede ligt, omdat de werkzaamheden aan de Hollandse Brug niet alleen schade tot gevolg hebben gehad, maar tevens leiden tot voordeel, omdat tijdens die werkzaamheden ook de aanleg van een extra rijstrook in noordelijke richting mogelijk is gemaakt, wordt als volgt overwogen. Als een toekomstig voordeel op geld waardeerbaar is en in voldoende mate vaststaat dat het de vermogenspositie van de benadeelde zal beïnvloeden, dan kan dit voordeel bij de vaststelling van de schadevergoeding worden betrokken. Anders dan Almere Distributie en Opslag betoogt, staat hieraan niet in de weg dat dit voordeel ook aan andere gebruikers van de Hollandse Brug toekomt. Van belang is wel dat het alleen in algemene zin veronderstellen van de mogelijkheid niet volstaat om een korting wegens voordeelverrekening toe te passen. Ook heeft de minister op geen enkele wijze gemotiveerd dat dit voordeel op 5% van de totale schade kan worden gesteld.”
ABRS 11-12/13 inzake minister I&M/Hollandse brug (RVS:2013:2310).
Noot: voordeelsverrekening is mogelijk, als toekomstig voordeel op geld waardeerbaar is en voldoende vaststaat. Ook voordeel verrekenen, als derden zo’n voordeel “gratis” verkrijgen. Aldus “betaalt” een gelaedeerde via voordeelsverrekening voor een omstandigheid waar derden niet voor hoeven te betalen. Dit past in de systematiek, maar zal aan gedupeerden niet eenvoudig uit te leggen zijn.