Eigenaarsvergoeding zakelijk recht vestiging waterleiding; fiscaal landbouwvrijstelling: geen waardevermindering gronden
Het Hof overweegt dat het taxatierapport van belanghebbende (zie 2.14.), is gebaseerd op de vooronderstelling dat een waardedaling optreedt door de aanleg van de waterleiding in het perceel. De omvang van deze waardedaling wordt in het rapport becijferd op een gemiddelde aan gewasschade dat een nieuwe eigenaar over een periode van 30 jaar niet zou kunnen claimen. Uit het taxatierapport van de Inspecteur, dat wordt ondersteund met een reeks (37) referentietransacties van percelen landbouwgrond, waarvan 11 transacties van percelen landbouwgrond waarop een zakelijk recht van opstal is gevestigd en 26 transacties waarbij dat niet het geval is, volgt echter dat deze vooronderstelde waardedaling zich in werkelijkheid niet voordoet. Verder heeft belanghebbende noch in de stukken van het geding, noch ter zitting, inzicht kunnen geven in de omvang van de boekwaarde van het onderhavige perceel landbouwgrond en in de feiten die in het jaar 2015 een afwaardering op lagere bedrijfswaarde ten laste van de winst ter hoogte van het gestelde bedrag van € 11.180 (HS: bedrag eigenaarsvergoeding per m2 inclusief efficiencypremie) rechtvaardigen.
Het voorgaande leidt het Hof tot het oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een waardedaling van de landbouwgrond als gevolg van de aanwezigheid in het perceel van de waterleiding en/of als gevolg van het vestigen van het zakelijk recht van opstal op deze grond, laat staan dat een eventuele waardedaling heeft geleid tot een waarde beneden de boekwaarde van deze landbouwgrond. De stelling van belanghebbende dat de vestiging van het zakelijk recht op zich een realisering, een daadwerkelijke vervreemding van een deel van de landbouwgrond, betekent, maakt dit niet anders. Het betoog van belanghebbende faalt.
Hof Arnhem-Leeuwarden 01-11/22 Belastingdienst Groningen (ECLI:NL:GHARL:2022:9264)
Noot: Hof concludeert in deze zaak dat van een waardevermindering als gevolg aanwezigheid waterleiding niet gebleken is.