WVG, eerdere vernietiging geschorst

Wet voorkeursrecht gemeente Oisterwijk: rechtbank vernietigde gevestigde voorkeursrecht, maar voorzieningenrechter ABRS schorst die uitspraak rechtbank

In deze zaak ligt de rechtsvraag voor of de gestelde gebreken aan de structuurvisie ook betekenen dat het voorkeursrecht niet is verlengd. De beantwoording van die vraag vergt nader onderzoek en kan beter worden beoordeeld in de bodemprocedure, zoals ook [wederpartijen] op de zitting hebben gezegd. Voor de voorzieningenrechter is verder niet buiten twijfel dat de aangevallen uitspraak onverkort standhoudt. Voor het oordeel van de rechtbank zijn namelijk geen directe aanknopingspunten in de huidige rechtspraak over de toepassing van de Wvg. Daarbij komt het algemene belang van de raad om te voldoen aan de vraag naar woningen. Dit belang weegt in dit geval zwaarder dan het belang van [wederpartijen] om hun gronden voor de einduitspraak te kunnen verkopen zonder die eerst aan te bieden aan de gemeente. Een ander oordeel zou de behandeling van de bodemzaak in deze procedure betekenisloos maken, als [wederpartijen] hun gronden dan hebben verkocht en geleverd aan derden. Om onomkeerbaar nadeel aan de kant van de raad te voorkomen voordat de Afdeling in de bodemprocedure zal hebben beslist, is er dus aanleiding de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen, te schorsen.

ABRS 25-07/23 ABRS inzake Oisterwijk (ECLI:NL:RVS:2023:2815)