Het Hof is van oordeel dat de heffingsambtenaar niet erin is geslaagd aannemelijk te maken dat hij de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011 niet te hoog heeft vastgesteld. Het Hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de heffingsambtenaar uitsluitend heeft getaxeerd met de landelijke Taxatiewijzers en de daaruit voortvloeiende waarde niet heeft getoetst aan verkopen van min of meer vergelijkbare objecten rondom de waardepeildatum of een onderzoek daarnaar heeft gedaan. Dit klemt temeer omdat de heffingsambtenaar geen verklaring heeft kunnen geven waarom de uit de Taxatiewijzer voortvloeiende waarden voor de bewaarplaats (€ 15.876) en de werktuigenberging (€ 36.900) zo ver boven de stichtingskosten liggen.
Hof Arnhem- Leeuwarden 23-04/14 inzake Winterswijk (GHARL:2014:3392).