Windturbines: beoordeling planschade ex art. 49 WRO

Oorspronkelijke gemeentelijke vergelijking tussen de planologische mogelijkheden van het oude en het nieuwe planologische regime:

* bebouwingsmogelijkheden: de windturbines voor [appellant sub 1] geen verslechtering van het uitzicht en de zonlichttoetreding.

* gebruiksmogelijkheden: dat de geluidsoverlast mogelijk zal toenemen, maar dat hierdoor voor [appellant sub 1], gezien de lage toegestane geluidswaarden die aansluiten bij het achtergrondniveau in het buitengebied en gezien de andere geluidsbronnen in de omgeving van de woning, geen nadeliger situatie is ontstaan.

Rechtbank: er heeft geen kenbare vergelijking plaatsgevonden tussen de maximale geluidsbelasting onder het oude en het nieuwe planologische regime, waarbij tevens de geluidsbelasting buiten de woning is betrokken.

ABRS 29-01/14 inzake Aalten (RVS:2014:193):

  1. geluidsoverlast: bij die vergelijking is geen onderzoek gedaan naar de cumulatieve geluidsoverlast als gevolg van windturbines en andere geluidsbronnen. Bij deze stand van zaken heeft de rechtbank in de einduitspraak terecht overwogen dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de planologische wijziging voor [appellant sub 1] niet tot een planologische verslechtering heeft geleid.
  2. schaduwwerking:  per peildatum was nog niet van toepassing en kon dus bij de planvergelijking buiten beschouwing blijven:  artikel 3.12, eerste lid, van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: de Regeling), voor slagschaduw een hindercirkel van 12 maal de rotordiameter wordt aangehouden en dat de woning binnen die hindercirkel is gelegen
  3. taxatie: slechts in het geval de vergelijking tussen het oude en het nieuwe planologische regime tot de conclusie leidt dat [appellant sub 1] in een nadeliger positie is komen te verkeren, dient te worden onderzocht of de planologische wijziging tot een waardedaling van de woning heeft geleid. Taxatie is nu nog niet aan de orde, omdat het hiervoor genoemde onder punt 1 nog onderzocht moet worden.

Noot: bedenk dat oude art. 49 WRO van toepassing is op de planvergelijking, met onder meer vrijstellingen oude bestemmingsplan.

Nadien genomen nieuw besluit B en W: volgens Afdeling voldoende gewogen dat gecumuleerde geluidsbelasting niet tot een planologisch nadeel lijdt “op de naar de windmolens gekeerde gevel van de woning”. Niet duidelijk is of/hoe de door de Rechtbank genoemde geluidbelasting buiten de woning (lees; tuin) is gewogen.