Adviseur heeft geconcludeerd dat [appellant] door de nieuwe bestemming op het naastgelegen perceel te maken krijgt met een toename van de gebruiksintensiteit in de directe nabijheid van zijn woning en tuin, met de daarbij behorende geluid- en verkeershinder. Gelet op de verlaging van de toegestane bouwhoogte, is de mate van inkijk in de woning en tuin van [appellant] echter aanzienlijk afgenomen, zodat het nieuwe bestemmingsplan voor [appellant] per saldo niet heeft geleid tot een nadeliger positie, aldus B en W in navolging van de adviseur. De Afdeling acht die redenering adequaat.
ABRS 17-09/14 inzake Bergeijk (RVS:2014:3441).
Noot: deze weging is bij uitstek een taxatie-technische en niet (primair) een juridische.