Niet in geschil is dat het landbouwperceel op de peildatum een agrarische bestemming had. Dat het feitelijk, in strijd met deze bestemming, ten behoeve van een tuin bij de woning en het houden of stallen van paarden in gebruik was, betekent niet dat daarmee bij de waardering van de omvang van de planschade rekening diende te worden gehouden. De maximale planologische mogelijkheden van het landbouwperceel en niet de feitelijke situatie zijn in dit verband bepalend.
ABRS 15-10/14 inzake Geldrop-Mierlo (RVS:2014:3736).
Noot: casuïstische benadering wat er getaxeerd wordt: taxatie perceel als onderdeel woonkavel en niet als losse kavel ABRS 29-04/09 inzake Margraten (LJN: BI2663) contra: perceel weiland niet als één samenhangend geheel met woning ABRS 29-04/09 inzake Meppel (LJN: BI2668). Synergetische verhouding tussen de waarde van de weilanden en de woning, op basis waarvan gesteld zou moeten worden dat de weilanden bij de beoordeling betrokken hadden moeten worden, in dat laatste geval niet aanwezig is.