Vonnis 02-06/21 rechtbank Noord-Nederland inzake provincie Groningen (–nog—niet gepubliceerd). Ten tijde van referentie transacties uit 2015 gold er een hogere verwachtingswaarde dan per peildatum onteigening in 2020, omdat inmiddels de in 2015 beoogde recreatieve bestemming vervallen is.
Geringe verwachtingswaarde van EUR 1,00 m2. Belendend gedeelte water gewaardeerd op 10% van de (verwachtings)waarde landbouwgronden.
Rente 0,5% samengesteld tot aan datum vonnis.
Matiging kosten partij deskundigen. Aantal in rekening gebrachte uren staat niet in verhouding tot de (relatieve geringe) complexheid van de zaak. Feit dat onteigende beroep kan doen op zijn rechtsbijstandsverzekering geen reden om niet alle in redelijkheid gemaakte kosten voor rekening van de onteigenende overheid te laten komen.
Noot: René van Hoogmoed, een van de rechtbankdeskundigen, weet dat er door partijen heel uitgebreid aandacht gevraagd is voor de vraag of er al dan niet sprake was van verwachtingswaarde en zo ja, hoe groot die dan zou moeten zijn.