Niet in geschil is dat de exploitatie van het evenementencentrum ten behoeve van luidruchtige evenementen reeds in de oude situatie, gezien de afstand tot de reeds aanwezige woningen aan de Kerkhoflaan en de Emmalaan, tot overschrijding van de van toepassing zijnde geluidsnormen heeft geleid en dat isolatie van de hallen en zalen van het evenementencentrum noodzakelijk was om de exploitatie op rechtmatige wijze te kunnen voortzetten. Dat handhaving van de geluidsnormen destijds achterwege is gebleven, betekent niet dat, in de vergelijking tussen de planologische mogelijkheden van het besluit van 20 juli 1994 en het voordien geldende planologische regime, geen rekening met de geluidsnormen dient te worden gehouden. Dat laat onverlet dat dat besluit tot een verdergaande planologische beperking van de geluidsruimte heeft geleid, zodat het voor De Zuidoosthal een planologische verslechtering betekent.
Niet in geschil is dat De Zuidoosthal als gevolg van dat besluit inkomensschade heeft geleden, die bij onverkorte handhaving van de geluidsnormen onder het voordien geldende planologische regime niet zou zijn ontstaan.
Het dient ervoor te worden gehouden dat de schade, bestaande uit de extra kosten van isolatiemaatregelen in de Hondsrugzaal, zich daadwerkelijk heeft voorgedaan en dat nog slechts de omvang van die schade in geschil is. De rechtbank heeft dat niet onderkend.
ABRS 29-10/14 inzake Emmen (RVS:2014:3844).