Terecht is geconcludeerd dat voor zover de oude bouwmogelijkheden ruimer waren dan de mogelijkheden die in het bouwplan zijn benut, Venuto het risico heeft aanvaard dat die ruimere mogelijkheden onder het nieuwe regime zouden komen te vervallen en dat de schade die zij daardoor lijdt voor haar rekening dient te blijven. In de adviezen is derhalve terecht ter bepaling van de waardevermindering aansluiting gezocht bij het door Venuto ingediende bouwplan en niet bij de vervallen maximale bouwmogelijkheden. Daarbij heeft de SAOZ in aanmerking genomen dat het bouwplan gelet op de locatie, situering en omgeving, waaronder de ligging achter het bestaande monumentale pand, waarderingstechnisch als optimaal kon worden beschouwd. Anders dan Venuto betoogt, is voormelde uitspraak van 31 augustus 2011, hier niet relevant, omdat het in die zaak ging om waardevermindering van een perceel als gevolg van het verlenen van een vrijstelling op een tegenover liggend perceel. Evenmin leidt de uitspraak van 18 april 2012 in zaak nr. 201108114/1/A2, tot het oordeel dat de schade alleen op grond van de vervallen maximale bouwmogelijkheden mag worden berekend en het door Venuto ingediende bouwplan voor die waardering buiten beschouwing dient te blijven.
ABRS 19-11/14 inzake Venuto/Nijmegen (RVS:2014:4184).
Noot: vergelijk ABRS 10-07/02 Doorn / Stamerbos (BR 2003 blz. 37): Door gevoerde onderhandelingen met gemeente over mate en vorm woningbouw heeft deze professionele ontwikkelaar risico gelopen dat de –oorspronkelijke– woonbestemming geheel zou verdwijnen (passief).