Belanghebbende (art. 6.4a Wro: de verzoeker tot planwijziging) maakt bezwaar tegen taxatie tegemoetkoming planschade, onder verwijzing naar Planschaderisicoanalyse (PSRA) die voor hem voordeliger uitpakt.
ABRS 20-02/13 inzake Bladel (LJN: BZ1660): In het verweerschrift in beroep is uiteengezet dat de taxatie van Grontmij heeft plaatsgevonden aan de hand van inpandige opname en marktonderzoek, dat dit marktonderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van een analyse van op of omstreeks de peildatum verkochte of te koop staande vergelijkbare objecten in de directe omgeving, dat daarnaast gebruik is gemaakt van door de aanvragers ter beschikking gestelde of gevraagde informatie, zoals de waarde, bedoeld in de Wet waardering onroerende zaken, inclusief taxatieverslag, en dat Grontmij onderzoek heeft gedaan naar de grondprijzen in de gemeente Bladel.
Uit de adviezen van Grontmij blijkt dat een register makelaar-taxateur lid van de schadebeoordelingscommissie was. In dit verband is van belang dat inzichten van een taxateur in een geval als dit zijn gebaseerd op kennis en ervaring en dat een nadere toelichting op die inzichten niet in alle gevallen kan worden verlangd.
Gelet op het vorenstaande bestaat geen grond voor het oordeel dat dit onderdeel van de adviezen van 19 april 2010 niet inzichtelijk is. Dat de op de taxatie van de waarde van de woningen betrekking hebbende stukken niet bij de adviezen zijn gevoegd, doet daaraan niet af.
Noot: De rechtbank heeft overwogen dat een planschaderisicoanalyse in zijn algemeenheid van meer globale aard dan de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade is en voorafgaand aan het schadeveroorzakend besluit wordt gemaakt, zodat geen peildatum bekend is en geen uitvoerige taxatie plaatsvindt. De Afdeling onderschrijft dit.