Opdracht aan benoemde deskundigen: De schadeloosstelling dient te worden begroot op de werkelijke waarde die het onteigende vermogensbestanddeel of effect heeft, waarbij dient te worden uitgegaan van het te verwachten toekomstperspectief van de betrokken financiële onderneming in de situatie dat geen onteigening zou hebben plaatsgevonden en de prijs die, gegeven dat toekomstperspectief, op het tijdstip van onteigening zou zijn tot stand gekomen bij een veronderstelde vrije verkoop in het economisch verkeer tussen de onteigende als redelijk handelend verkoper en de onteigenaar als redelijk handelende koper.
Gerechtshof Amsterdam – ondernemingskamer 26-02/16 inzake SNS (ECLI:NL:GHAMS:2016:594).
Noot: deze opdracht aan deskundigen sluit aan bij art. 40 b OW. Het Hof geeft deskundigen verder een aantal richtlijnen voor de taxatie mee, waaronder peildatum en weging staatssteun.