Naar het oordeel van de rechtbank zijn de door[gedaagden] en EWF opgevoerde kosten niet binnen redelijke omvang gebleven. Een tijdsbesteding van de adviseur van meer dan 210 uur acht de rechtbank in relatie tot zowel de omvang als de zwaarte van de zaak onevenredig hoog. De kosten van de adviseur die voor vergoeding in aanmerking komen, zullen daarom in redelijkheid worden gematigd tot € 24.563,00 (inclusief btw), wat overeenkomt met een tijdsbesteding van 140 uur.
De gemeente heeft nog aangevoerd dat de verschuldigde btw over de deskundigenkosten niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat EWF de btw volgens de gemeente kan verleggen. Dit standpunt mist juridische grondslag. In de eerste plaats kan van verlegging van btw door EWF slechts sprake zijn in verband met door haar geleverde goederen en diensten. Daarvan is hier geen sprake; het gaat immers om de verschuldigde btw over de diensten van de deskundigen. Voor zover de gemeente heeft willen betogen dat EWF de verschuldigde btw in aftrek kan brengen en dat daarom geen sprake is van schade, geldt het volgende.
Uit de artikelen 2 en 15 Wet op de Omzetbelasting 1968 (Wet OB) volgt dat alleen belasting op de aan de ondernemer verrichte leveringen van goederen en diensten door hem in aftrek kan worden gebracht voor zover deze prestaties worden gebezigd ten behoeve van belaste prestaties van de ondernemer. Onbetwist staat vast dat de levering van het onteigende is vrijgesteld van omzetbelasting.
Rechtbank Noord-Holland 20-11/13, gepubliceerd op 03-01/14, inzake Hoorn (RBNHO:2013:11158).
Noot: uurtarief taxateur is aldus EUR 145,00 plus BTW. In veel omstandigheden is de BTW wel verrekenbaar. Zie echter conclusie A-G: . HR 09-09/11 inzake gemeente ’s Gravenhage (LJN: BQ8127): De in de middelen door de (voormalige) grondeigenaren aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden.