De Afdeling overweegt dat de planschaderisicoanalyse een op het plan betrekking hebbend stuk is dat nodig is voor de beoordeling daarvan. Gelet op de artikelen 3:44 en 3:11 van de Awb had het daarom met het vastgestelde plan ter inzage moeten worden gelegd. De Afdeling ziet aanleiding om dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb te passeren. Daarbij is van belang dat de planschaderisicoanalyse alsnog bij het verweerschrift is gevoegd en [appellant sub 3] daarmee in de gelegenheid is gesteld om op het rapport te reageren. De Afdeling acht het aannemelijk dat [appellant sub 3] door het niet ter inzage leggen van de planschaderisicoanalyse niet is benadeeld. De Afdeling acht het evenmin aannemelijk dat er andere belanghebbenden zijn benadeeld doordat de planschaderisicoanalyse niet met het exploitatieplan ter inzage heeft gelegen.
ABRS 28-05/25 inzake Nuenen (ECLI:NL:RVS:2025:2457)
Noot: de planschaderisico analyse had ter inzage gelegd moeten worden bij het exploitatieplan. Dat is niet gebeurd, maar appellant is daardoor niet geschaad, omdat hij er nadien nog tijdig kennis van heeft kunnen nemen.