ABRS: StAB heeft gemotiveerd en gedocumenteerd uiteengezet dat de planologische ontwikkeling, het realiseren van zelfstandige wooneenheden, zowel naar aard als naar omvang niet ingrijpend is. Het gebruik van deze wooneenheden, huisvesting van mensen met een beperking, was reeds mogelijk binnen de geldende bestemming ‘woondoeleinden bijzondere woonvormen’ en het bouwvolume is nagenoeg gelijk aan hetgeen reeds mogelijk was in de oude planologische situatie. Het vrijstellingsbesluit, waarmee de nieuwe planologische situatie mogelijk is gemaakt, heeft betrekking op een gedeeltelijke verplaatsing van de bouwmassa.
De StAB heeft voorts uiteengezet dat het realiseren van zelfstandige wooneenheden voor mensen met een beperking kan worden aangeduid als een normale maatschappelijke ontwikkeling, die past in de bestaande structuur van de omgeving – centrumgebied met een relatief hoge bebouwingsdichtheid – en in het gevoerde planologische beleid. De ontwikkeling lag derhalve in de lijn der verwachtingen.
De StAB heeft verder in aanmerking genomen dat, gelet op de onder het ter plaatse geldende bestemmingsplan reeds bestaande bebouwingsmogelijkheden, de afstand van het appartement van [belanghebbende] tot de bebouwing niet is gewijzigd en dat de aard en omvang van het nadeel zijn aan te merken als beperkt, te weten een waardedaling van drie procent. Volgens de StAB valt deze schade, mede gelet op de uitspraak van de Afdeling van 29 februari 2012 in zaak nr. 201104570/1/A2, binnen het normale maatschappelijke risico, als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de Wro.
ABRS 28-08/13 inzake Heiloo (RVS:2013:875)
Noot: schade van 3% hier NMR, onder verwijzing naar ABRS 29-02/13 inzake Tilburg (RVS:2013:BV7254).