De Afdeling heeft in de uitspraak van 19 december 2007 in zaak nr. 200703124/1 het volgende overwogen: “Naar het oordeel van de Afdeling is de omstandigheid dat vanaf het golfterrein golfballetjes terecht komen in nabij gelegen akkerbouwpercelen een redelijkerwijs te verwachten gevolg van de aanleg en het gebruik van het golfterrein. Dus moet eventuele schade die [appellanten] in verband met de overlast van golfballetjes in hun oogst ondervinden aan dit plan worden toegerekend en kan die schade in beginsel voor vergoeding op de voet van artikel 49 van de WRO in aanmerking komen.”
ABRS 29-05/13 inzake Bergen (L) (LJN: CA1348): van schade is niet gebleken (uit boekhoudcijfers) en stelling van extra gemaakte kosten (verwijderen van golfballetjes) door appellant niet aannemelijk gemaakt.
Noot: in cursussen over (tegemoetkoming) planschade bracht de uitspraak uit 2007 vaak enige hilariteit. De uitspraak uit 2013 zal appellant, vanwege de bewijslast die bij hem gelegd wordt, geen vrolijkheid geven.