De gedachtegang van de gemeentelijke planschadeadviseur dient duidelijk en voldoende controleerbaar te zijn en het verslag van het onderzoek dient voldoende basis te bieden voor verdere besluitvorming. Aan deze eisen voldoet het advies van Ten Have van 5 maart 2015 niet, reeds omdat hieruit niet blijkt waarom Ten Have terugkomt van haar in haar advies van 30 december 2012 ingenomen standpunt dat de uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden op het perceel aan de Breestraat 11 planologisch nadeel met zich brengt. Bovendien is onduidelijk op welke wijze deze herwaardering de begroting van de door [wederpartij] geleden planschade heeft beïnvloed.
Uit het hiervoor overwogene volgt dat het advies van Ten Have van 5 maart 2015 de Afdeling onvoldoende basis biedt om de tegemoetkoming in de planschade vast te stellen.
De Bont stelt zich in het tegenrapport op het standpunt dat Ten Have het verlies van uitzicht en privacy ten onrechte als relatief beperkt kenmerkt. In haar eerste advies was er volgens Ten Have immers al sprake van relatief beperkt planologisch nadeel en in dat advies ging zij uit van een verhoging van de maximale bouwhoogte van 15 meter naar 18 meter, terwijl zij in haar tweede advies uitgaat van een verhoging van 9 meter naar 18 meter. Volgens De Bont heeft Ten Have verder niet onderkend dat een museum voor meer verkeer zorgt dan een onderwijsinstelling zoals die onder het oude planologische regime kon worden gerealiseerd, ook in de avonden en in het weekend.
ABRS 02-12/15 inzake Opmeer (ECLI:NL:RVS:2015:3705).
Noot: veelal mag gemeente afgaan op advies van gemeentelijk planschade adviseur, maar dat geldt niet als die tegenstrijdige adviezen uitbrengt en daarvoor niet een voldoende draagkrachtige motivatie voor geeft.