De rechtbank volgt de deskundigen in de door hen vastgestelde huurwaarde. De denkbeeldige koper kan, volgens deskundigen, immers vanaf de datum van aankoop opzegging gebruiken als drukmiddel om een huurverhoging te bewerkstelligen. Daarmee is bedoeld dat de koper in staat wordt geacht om zelf de daadwerkelijke huur over de periode van 12 oktober 2010 tot 1 mei 2011 in overeenstemming te brengen met de getaxeerde huurwaarde, zodat de omstandigheid dat de daadwerkelijke huur lager was, een zeer beperkt waardedrukkend effect heeft, althans in ieder geval niet zo groot is als het verschil tussen de daadwerkelijke huur en de getaxeerde huurwaarde.
De omstandigheid dat De Staat kosten heeft gemaakt om per direct de huurders uit te kopen, maakt niet dat de denkbeeldige koper ook kosten dient te maken bij beëindiging van de huurovereenkomsten. Vaststaat dat de huurders huurovereenkomsten voor de duur van één jaar hebben gesloten. Tegen het einde van de huurperiode zijn deze contracten kosteloos opzegbaar, zodat is te voorzien dat een koper, zo hij wil, het perceel binnen afzienbare tijd huurvrij kan maken. De rechtbank kan de deskundigen volgen in hun oordeel dat deze omstandigheid waardeverhogend werkt.
Rechtbank Amsterdam 26-06/13 inzake onteigening Staat (RBAMS:2013:7060).
Noot: waardering van verhuurde onroerende zaken geeft veelal discussie over de waardedruk, of juist waardeverhoging (bij objectief gezien hoge huuropbrengst, die dan “gekapitaliseerd ”wordt).